beeldmerk_gevuld_divers_32_rgbEen kort verhaal dat ik in 2005 schreef na aanleiding van een meditatie. Wanneer je pijn, verdriet, woede, kortom het menselijk lijden toestaat in je eigen hart, kan dit je diepgaand bevrijden, niet slechts voor eenmaal, maar voorgoed. Daar ligt het begin van mededogen voor je eigen bestaan en dat van alle andere levende wezens.

Het was paasmorgen, een grijze zondagmorgen. Haar vriendinnen waren al vroeg op, zij ook, maar ze had nooit zo’n behoefte om op dit vroege uur uitgebreid te gaan kletsen. Ze zei dat ze ging mediteren op het balkon. Het was buiten nog koud. Ze legde kussens neer, zodat haar billen niet de koude betonnen vloer van het balkon raakten. De slaapzak sloeg ze om zich heen. Hehe! Even rust. “Paasmorgen”, dacht ze. En meteen kwam het woordje “lijden” erachter aan. Wat dat was wist ze nog steeds niet. Lijden. Ze dacht dat ze instinctief wist wat het betekende, maar zeker hierover was ze niet. Ze dacht ook dat ze zelf vaak gevoelens van lijden voelde. Dat was, en dat wist ze wel zeker, niet hetzelfde als lijden, ze vond niet dat ze leed. Ze voelde alleen soms gevoelens van lijden. Nu ze zo stil zat, een deur verder dan haar vriendinnen, midden in een vreemde stad, op een koud balkon, kwamen deze gevoelens opnieuw op. Heel makkelijk ging dat, het gevoel was bijna altijd latent aanwezig. Het verborg zich vlak onder haar huid.Ze ging zitten en opende haar hart. Ze opende haar hart en bad dat ze de betekenis van lijden kon opdiepen uit deze ervaring.

Haar gebed werd ingewilligd. In haar hart ontstond een traan. Het lijden van de gehele mensheid kwam bij elkaar in deze traan. Ontelbare gezichten verwrongen van pijn, angst, verdriet, woede werden weerspiegeld in de traan. Zoveel menselijkheid in een enkele druppel. De traan vloeide in haar hart. Hij zwom er rond maar wilde dolgraag het daglicht zien. De traan wilde gelaten worden, zoals men een schip te water laat. De traan wilde gehuild worden. Opnieuw werd haar gebed verhoord. Haar hart liet de traan vrij. Zij voelde de zachte beklemming van verwrongen gezichten in haar binnenste, beklemming van lijden wat bevrijd wil worden. Het lijden van de mensheid rolde over haar wang en spatte uiteen op haar benen. Ze had het lijden van de mensheid in die enkele traan mogen voelen en kunnen bevrijden. Zo werd zij zelf ook bevrijd op deze grijze paasmorgen.