Dag 9 is ronduit heerlijk. Bijzondere en onverwachte ontmoetingen liggen iedere dag in verschiet. Deze keer met twee dieren. Wat een goede keuze om 30 dagen in het bos te verblijven en te doen waar mijn ZIN me heenvoert. Boompje hier, stroompje daar. Even kijken naar een ontluikend blad, ruikend aan onverwachte bloesemregen. En dan het meertje waar ik iedere dag ga zitten en steeds langer stilval.
Allerlei mensen passeren langs de oever, maar mijn ogen blijven gesloten. Van binnen zie ik de honden die ze met zich meevoeren. Bij één stel gaan mijn ogen toch open. Een kleine wat angstige hond en een grotere op een wolf lijkende hond. De baas kijkt mij aan en blijft maar groeten, alsof hij steeds weer opnieuw kennis met me maakt. De grote hond wordt aangemoedigd het water in te springen, maar verder dan vrolijk pootje baden wordt het wat hem betreft niet. Dan neemt hij een spurt en rent met bokkensprongen recht op mij af. Vlak voor me blijft hij staan, ruikt aan m’n tas en kijkt me een paar tellen indringend aan. Z’n klaarheldere blauwe ogen kijken verwonderd en dwars door me heen. Hij laat iets van speelse wildheid bij me achter op mijn netvlies. Dan springt hij weer net zo abrupt op en vertrekt terug naar z’n baas.
Daarna besluit ik van Wond naar Wijsheid te doen. Een oefening die ik sinds een paar maanden toepas als ik pijn ervaar. Ik concentreer op de pijn die ik gisteren ervoer omdat ik mijn overleden zus miste, en laat deze sensatie toe in de rest van m’n lichaam. Als het moment daar is om een helper te vragen mij te assisteren in het transformatie proces, open ik m’n ogen en zie een lange snoek traag aan me voorbij zwemmen op een meter van me vandaan in het meertje.
Zijn linkeroog blijkt me aankijken alsof hij me wenkt. Ik passeer m’n eerste verbazing en ga verder met de oefening met hulp van de snoek. Onder water laat de vis me zien dat we nog steeds in alle tijden en in alle levensvormen aanwezig zijn. Dat het zinvol is om zo aan het water te zitten en ons op te laten nemen in die “oude stromen kennis” van hoe de dingen al eeuwen gaan. Hoe ‘wazig’ dit voor sommige mensen misschien klinkt, maar juist dat houdt ons met beide benen op de grond. Het verbindt ons met wijsheid die ons toebehoort, maar die niet ontvangen kan worden tijdens het-tussen-vier-muren-leven.
Na de oefening, delen we symbolen uit, van wederzijdse erkenning. Mijn symbool voor de pijn die ik ervoer aan de snoek: een sleutel, van m’n hart. Ik krijg van de snoek een televisiescherm, zodat ik blijf onthouden, dat alles wat aan mij verschijnt, mijn eigen projectie is. Het zet me opnieuw aan om te geloven in mijn eigen zender en de programma’s die ik erop uitzend, want die zijn over het algemeen vrolijk, informatief, avontuurlijk en uiteraard voor mijzelf zeer toegankelijk!
Ps. Als ik de volgende dag weer bij het meertje aankom, ligt de snoek roerloos te wachten bij de plek
waar ik dagelijks mediteer.