Is onverschilligheid de keerzijde van het ongebreidelde individualisme wat in onze dagen hoogtij viert? Wat gebeurt er als je je aandacht alleen op het zelf richt? Zonder daarin geoefend te worden in onderscheid maken tussen wat je denkt dat je bent en de directe ervaring van je zelf? Tussen identiteit en ware zelf. Tussen je kleine zelf (ego) en het grote zelf. Tussen het bouwwerk wat je van, over en met jezelf gebouwd hebt, en tussen de klare heldere eenduidige ervaring van jezelf.
Als we niet opletten kan onverschilligheid als een sluipmoordenaar zijn voor empathie en compassie met jezelf en anderen. Onverschilligheid ligt altijd op de loer. Het dringt onzichtbaar binnen, makkelijk om aan toe te geven. Het verlamt je niet zoals angst, het genereert geen spanning waar je lichaam en hoofd last van krijgt. Nee, eerder werkt het als een langzaam vergif. Geef je je eraan over, dan zal je empathie, je gevoeligheid, je medemenselijkheid een langzame dood krijgen.